ZOUT - WOORDENSCHAT

STRAKS RIJDEN WE WEER OP ZOUT

WOORDENSCHAT

aantal (het)
le nombre (de)
afhangen (hing ; gehangen)
dépendre
alleen al
rien que
als (prép.)
comme ; en tant que
bedrag (het) (plur.= bedragen)
le montant ; le total ; la somme
behalve
outre ; en plus de…
behoren tot…
appartenir à…
bereiken
atteindre ; parvenir à… ; gagner
bestrijding (de)
la lutte
bijprodukt (het)
le dérivé
binnenkort
sous peu ; d’ici peu
cement (het)
le ciment
chemisch
chimique
dalen
descendre
dat allemaal
tout cela
droogmiddel (het)
le moyen de sèchage
gauw
vite
gebruik (het)
l’utilisation ; l’emploi
gemiddeld
en moyenne
gevolg (het)
la conséquence
gewoon
ordinaire ; commun ; habituel
heel wat…
pas mal de…
ijzel (de)
le verglas
in aanmerking nemen (nam ; genomen)
prendre en considération
kantoor (het)
le bureau
komen tot… (kwam ; gekomen)
(en) arriver à…
kou (de)
le froid ; la froideur
kracht (de)
la force;la puissance;l’efficacité
liever
de préférence
lijken (leek ; geleken) (ZIJN)
sembler ; paraître
nogal
assez (bien) ; passablement
ondanks
malgré
ongewenst
indésirable
op tijd
à temps ; à l’heure
rekenen
compter
respectievelijk
respectivement
rijksweg (de) (plur.= rijkswegen)
la route nationale
sneeuw (de)
la neige
stof (de)
la matière ; la substance
streng
sévère ; rigoureux
strengheid (de)
la rigueur
strooien
répandre
strooimiddel (het)
le moyen d’épandage
terechtkomen (kwam ; gekomen)
aboutir ; se retrouver
terwijl (conj. de sub.)
pendant que ; alors que
tijdens
pendant ; durant
verliezen (verloor ; verloren)
perdre
vermenigvuldigen
multiplier
verreweg
de loin
verspilling (de)
le gaspillage
voedsel (het)
la nourriture
voegen bij…
ajouter à…
voorkomen (kwam ; gekomen)
se rencontrer
vorst (de)
le gel
weer
à nouveau ; de nouveau
weer (het)
le temps (qu’il fait)
winter (de)
l’hiver
zacht
doux ; clément
zout (het)
le sel
Télécharger le vocabulaire ➼ Télécharger