ZOUT - OEFENINGEN

STRAKS RIJDEN WE WEER OP ZOUT

Terminez chaque réponse par touche entrée (enter) !

1. Vul in met een voorzetsel (= préposition):

  1. NaCl behoort de belangrijkste mineralen ons voedsel.
  2. Als de temperatuur -5°C daalt, gebruikt men CaCl.
  3. jaar strooit men 20 en 40 kg zout kilometer.
  4. Dat kan astronomische bedragen komen !
  5. CaCl wordt ook cement gevoegd bescherming de vorst.
  6. Als men alles aanmerking neemt, dan kost een zachte winter ongeveer 18 miljoen euro.
  7. Al dat geld om tijd het kantoor of de school te bereiken !

2. Vind een synoniem :

zout strooien 4
  1. weldra :
  2. weer :
  3. auto  :
  4. heel wat :
  5. normaal  :
  6. lijken :
  7. ongeveer :
  8. wanneer  :
  9. gauw :
  10. som :

3. Noteer 10 woorden uit de tekst i.v.m.(= en rapport avec) de « winter » :

4. Wat is het meervoud (= pluriel) van …?

zout strooien 5
  1. de weg :
  2. de auto :
  3. de keuken  :
  4. de zee :
  5. het middel  :
  6. de industrie  :
  7. de stof :
  8. het geval :
  9. het bedrag :
  10. het werkuur  :

5. Zet in de lijdende vorm (= voix passive; utilisez ER chaque fois que c'est possible):

  1. Binnenkort zal men weer zout strooien.
  2. Men gebruikt 2 soorten zout.
  3. Als bescherming tegen de vorst voegt men CaCl bij cement.
  4. Als de temperatuur onder min 5° daalt, dan kiest men CaCl.
  5. Men moet dat met het aantal kilometers vermenigvuldigen.
  6. Men moet de werkuren ook in aanmerking nemen.
  7. Men mag gauw meer dan 25 miljoen euro rekenen.

6. Schrijf de juiste vorm van het adjectief :

  1. CaCl is een (sterker) zout dan NaCl.
  2. In een (streng) winter heeft men 170000 ton nodig.
  3. NaCl is het (gewoon) keukenzout.
  4. Het is het meest (gebruikt) strooimiddel.
  5. CaCl is een bijprodukt van de (chemisch) industrie.
  6. Het verkeer was (moeilijk) op de wegen.
  7. De ijzelbestrijding heeft (ongewenst) gevolgen.
  8. Men kwam tot een (astronomisch) bedrag.
zout strooien 6

7. Begin elke zin met « Het lijkt dat… » :

  1. CaCl is een sterker zout dan NaCl.
  2. Er zal weer heel wat zout gestrooid worden.
  3. Er worden twee soorten zout gebruikt.
  4. NaCl komt veel in de natuur voor.
  5. Het hangt van het weer af.
  6. NaCl verliest veel van zijn kracht, als de temperatuur daalt.
  7. Je mag voor een strenge winter meer dan één miljard rekenen.

8. Vul in met de juiste vorm van een werkword :

  1. In de winter kan ijzel het verkeer moeilijk .
  2. NaCl tot de belangrijkste mineralen in ons voedsel.
  3. Per jaar wordt er meer dan 20 kilo zout op de wegen .
  4. Er worden twee soorten zout als strooimiddel .
  5. CaCl is een zout dat in de natuur niet .
  6. Om cement tegen de vorst te , men er dikwijls CaCl bij.
  7. Dat oude toestel heeft al veel van zijn kracht .
  8. Twee met drie maakt zes.
  9. De temperatuur is vannacht tot –10° .
  10. Wanneer men alles in aanmerking , dan de ijzelbestrijding veel meer.