Antwoorden en Vertalingen
"IN DE WINKEL"
- fles = bouteille
- kosten = coûter
- betalen = payer
- prijs = prix
- hoeveel = combien
- kilo = kilo
- gram = gramme
- geld = argent (monnaie)
- kruidenier = épicier
- kassa = caisse
- kopen = acheter
- ruilen = échanger
- goedkoop = bon marché
- duur = cher
- gratis = gratuit
- open = ouvert
- gesloten = fermé
- verkoper = vendeur
- uitverkoop = solde; vente
- warenhuis = grand magasin
- keuze =choix
- zak = sac
- karretje = caddie; chariot
- inkopen = achats, courses; acheter
- blikje = canette
- kleingeld = monnaie
- afdeling = rayon
- maat = taille; pointure
- teruggeven = rendre
- halfprijs = à moitié prix