NEDERLANDS
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
O.V.T.

INSTRUCTIONS

Mettez les phrases suivantes à l'imparfait (O.V.T.)!
Instructions
Voir mes erreurs

  1. (slapen) je goed tijdens je vakantie?
  2. Ann (weten) niet wat te zeggen.
  3. De buren (helpen) me verhuizen.
  4. De film (beginnen) om 9 uur.
  5. De kinderen (zingen) een mooi liedje.
  6. De man (kopen) een broodje bij de bakker.
  7. De politie (schieten) de dief dood.
  8. De ziekenwagen (brengen) hem naar de spoeddienst.
  9. Die oefening (blijken) niet zo gemakkelijk.
  10. Eindelijk (mogen) hij me vergezellen naar de partij.
  11. Er (hangen) veel kersen aan de boom.
  12. Gisteren (zwemmen) we een half uurtje lang.
  13. De fles (vallen) uit mijn hand.
  14. Het vreemd geluid (trekken) mijn aandacht.
  15. Hij (blazen) de kaars uit.
  16. Hij (denken) niet aan het gevaar.
  17. Hij (lachen) af en toe.
  18. Hij (laten) ons alleen.
  19. Hij (nemen) mijn geld uit mijn tas.
  20. Hij (spreken) zonder te stoppen.
  21. Hij (vechten) voor de vrijheid.
  22. Hij (vliegen) naar Amerika.
  23. Ik (begrijpen) niets.
  24. Ik (eten) vaak appels.
  25. Ik (glijden) op nat hout.
  26. Ik (hebben) geen honger.
  27. Ik (lezen) de tekst opnieuw en opnieuw.
  28. Je (kunnen) alles opeten, weet je.
  29. Je (liggen) nog in bed.
  30. Jullie (komen) dikwijls te laat.
  31. Lisa (verlaten) haar huis om 3 uur.
  32. Met één hand (grijpen) de man de stoel.
  33. Mijn broer (vertrekken) om 10 uur naar Spanje.
  34. Mijn buren (schenken) geld aan het goede doel.
  35. Mijn oom (slaan) de deur dicht.
  36. Mijn vriend (staan) al op de bus te wachten.
  37. Mijn zus (breken) haar linkerbeen.
  38. Onze dochter (bezoeken) verleden jaar heel Italië.
  39. Op zondag (gaan) we naar de kust.
  40. Piet (springen) dadelijk uit zijn bed.
  41. Vader (vergeten) de naam van dat product.
  42. Van die oefening (vinden) ik het antwoord niet.
  43. Voorzichtig (schuiven) hij het gordijn opzij.
  44. Waarom (schrijven) hij deze brief?
  45. Wat (doen) je gisteren namiddag ?
  46. We (drinken) een blikje Cola.
  47. We (lopen) in het bos.
  48. We (moeten) vroeg vertrekken.
  49. We (zijn) echt moe.
  50. Wie (geven) je die prachtige bloemen?
Copyright ©2007-. ~ LDD-Soft.be