V. : Goeiemiddag, meneer! Kan ik u ? P. : Ja, nou, eh, ik op zoek naar een nieuwe schoenen. V. : Aan wat voor schoenen u? P. : Nou, moeten wel goed voor m'n zijn. En zwart. En een beetje klassiek model, . V. : Wat u van dit model? P. : Ja, niet zo gek. V. : Wat voor draagt u? P. : Vierenveertig. V. : Momentje, ik even wat voor u . P. : Ok!
...
V. : Zo. Ik hier dat model in uw en ook nog een ander model. P. : Ah, die zijn ook , zeg. Mag ik die even proberen? V. : Natuurlijk. Gaat u maar even .
...
V. : Hoe ze? P. : Nou, ze lopen echt heel . Hoe duur zijn ze? V. : 105,50 EURO. P. : Tja, dat is niet , maar goed. Ik ze toch maar. V. : U zult er geen spijt van krijgen, meneer. P. : Eh, ik kan toch wel hier? V. : Natuurlijk.