☆ Kruiswoordraadsel - Hotel 2 ☆

Horizontaal

3 De mensen die in het hotel overnachten
5 Dicht gaan (tegenovergestelde van openen)
10 Graag willen
11 Een voorstel geven
12 Afrekenen (de rekening...)
13 Soms met kijk op het park, op de zee of de bergen
17 Een plek hebben om te overnachten. in een hotel (2 woorden)
19 Aanbieden, de keus geven
22 Sorry zeggen (zich...)
25 Tegenovergestelde van goedkoop
26 Slapen in een hotel
27 Iets meer (een deken, een bed meer)
28 Als er veel lawaai is
29 Hoe duur dingen zijn, hoeveel ze ...
30 Super! Prima! Geweldig! Perfect!

Verticaal

1 Erg netjes, soms ook duur
2 Tegenovergestelde van zich vervelen (zich ...)
4 De ober doet dit met de bestelde drankjes en eten
6 Dit doe je met je bed nadat je lekker hebt geslapen (om het netjes te krijgen)
7 Beredderen van de kamer. Het kamermeisje doet dit met de kamer
8 Leuk en aangenaam, comfortabel
9 's Morgens eten
14 De eigenaar van een hotel
15 Zij zorgt voor het klaarmaken van de kamer
16 Iets vastleggen (afspraak maken)
18 Meer dan genoeg (2 woorden)
20 Brengt het stel vaak door in een hotel, na de bruiloft
21 Grappig, amuserend
23 Zeggen wat je wilt, iets aan de ober doorgeven
24 Niet druk, kalm

☆ Woorden zien ☆

© ~ www.LDD-Soft.be