NEDERLANDS
0
DOEN of MAKEN?

Quelle forme verbale est manquante?

1- Hoe u het?
2- Ik ga een paar boodschappen .
3- Mijn broer zijn huiswerk.
4- We gaan de vaat .
5- u maar, meneer!
6- Kun jij die oefening ?
7- Die winkel goede zaken.
8- Hij zijn best, denk ik.
9- Hoe je het vandaag, Kees?
10- Waarom kijk je TV? Heb je niets anders te ?
11- Dat geen pijn, hoor!
12- Vader een kast voor mijn speelgoed.
13- Kom, we gaan kennis met onze nieuwe buren?
14- niet zoveel lawaai, kinderen!
15- Haar broer geneeskunde.
16- Je niet genoeg aan sport.
17- je niet zo ongerust!
18- Wat je deze namiddag, Sara?
19- Hij wil ons een grap .
20- Wie de afwas met mij?
21- Ze veel vorderingen op school.
22- Ze wil een wens .
23- Kinderen, geen ruzie , hoor!
24- In juli gaan we een reis naar Engeland .
25- Sorry, ik heb geen tijd; ik heb nog veel te .
26- Vader soms eten voor de hele familie.
27- eens wat vuur, alsjeblieft! Ik heb het koud.
28- Dat lawaai me zenuwachtig.
29- eens plaats voor mij, alsjeblieft.
30- Wil je deze kaart even op de post ?
31- Dat geen indruk op hem.
32- de deur maar op slot!
33- Mag ik een opmerking ?
34- Je geschenk me veel plezier.
35- niet zo vervelend!
36- Die firma veel winst.
37- Ik morgen mijn eerste examen.
38- De leraar vindt dat ik nog te veel fouten .
39- hem de groeten!
40- Tijdens de vakantie ik veel foto's.
41- Zal ik een afspraak bij de tandarts ?
42- Geld niet gelukkig.
43- Kan je mij om 7 uur wakker ?
44- Jouw broer mij altijd lachen.
45- Dat nieuws me veel verdriet.
46- De zon de temperatuur snel stijgen.
47- Ik nooit melk in mijn koffie.
48- "Wat zal het zijn?" - " mij maar een pintje."
49- Die muziek me gek!
50- eens licht, alsjeblieft!

©. ~ LDD-Soft.be